Het stadsbestuur van Brugge kijkt bijzonder tevreden terug op het toeristisch luik van de zomervakantie. Volgens tellingen op basis van mobiele data klopt Brugge voor juli en augustus eind deze maand af op meer dan 1,5 miljoen bezoekers. Dat is net niet het aantal dat in 2019 werd gehaald, toen het op één na beste jaar ooit. Vooral het verblijfstoerisme deed het bijzonder goed.
Schepen van Toerisme Mieke Hoste is bijzonder tevreden met het goede rapport dat Brugge kan voorleggen: “Met gerichte campagnes proberen we bezoekers te overtuigen om in Brugge te overnachten en daar zijn we met glans in geslaagd. We telden 225.000 verblijfstoeristen die samen bijna 385.000 overnachtingen realiseerden. Dat is 14% beter dan het aantal in de zomervakantie van 2019. De hotelbezetting bedroeg in juli 80% en in augustus 90%. In onze benchmark met vergelijkbare Vlaamse en Europese steden haalt Brugge deze zomer de hoogste hotelbezetting.”
Burgemeester Dirk De fauw: “Zoals verwacht verwelkomden we vooral bezoekers uit eigen land en de Europese nabij-markten met de VS als positieve uitzondering. Ten opzichte van dezelfde periode in 2019 zien we Frankrijk (+23%) en Nederland (+28%) als absolute uitschieters, maar ook Spanje (+11%) en Italië (+21%) deden het binnen het verblijf-toeristisch segment bijzonder goed. Het aantal Duitsers en Britten is nog niet helemaal op niveau maar op basis van de huidige boekingen voor het najaar is herstel een kwestie van tijd.”
Schepen Mieke Hoste: “Gemiddeld telden we elke dag 31.000 bezoekers in de binnenstad met pieken tot 40.000 op zaterdagen. Doorgaans was het gezellig maar niet overmatig druk in Brugge omdat we een beter gespreid verloop hadden dan in de pre-coronatijd, zowel in tijd als in ruimte. In vergelijking met de zomervakantie van 2019 telden we niet meer bezoekers maar bleven bezoekers wel langer. Daarom ligt de economische return voor de stad ruim 2% hoger dan in 2019. Dag- en verblijftoeristen besteedden naar schatting 139 miljoen euro.”